“Contact blijft mogelijk”….

Ernstig dementerende mensen kun je

nog bereiken, ontdekte Bert Prinsen.

… In zijn boek ‘Je houdt me toch wel

vast’ en in lezingen draagt hij uit dat

de kerk dementerenden niet mag

vergeten.

Als gemeentepredikant in de PKN

kwam Bert Prinsen voor het eerst dementerenden

tegen. In verpleeghuis

Het Zonnehuis in Doorn, waar hij sinds

begin jaren negentig 12,5 jaar als geestelijk

verzorger werkte, was de helft

van de bewoners ‘ernstig dementerend’.

Nu hij met pensioen is, kent hij

in zijn eigen vriendenkring een vrouw

met dementie.

Door ‘veel te lezen, te

studeren en te oefenen’ ontdekte hij

dat je zeer zwaar dementerenden nog

kunt bereiken, mits je de taal van de

dementerende leert spreken.

Dat begint al bij het voorstellen. ‘Ik stelde

me aan een dementerende vrouw

eens voor als dominee Prinsen. “Nooit

van gehoord”, zei ze. Haar man werd

boos en zei “je kent hem toch wel?”

Toen heb ik uitgevonden dat ik beter

kon zeggen “ik ben de nieuwe dominee”.

Een leidinggevende in het verpleeghuis

had mij verteld: je bent voor

haar elke keer nieuw als je binnenkomt.

Het werkte: als ik zei “ik ben de

nieuwe dominee” zei ze: maar wat

leuk, gaat u zitten, u bent welkom!’

Als geestelijk verzorger in het verpleeghuis

maakte hij uitvergrotingen van details

op schilderijen van Bijbelse taferelen.

‘Als ik een afbeelding van Maria liet

zien, vroeg ik niet “wie zou dit zijn?”

maar ik gaf de dementerenden alle tijd

om ernaar te kijken tot iemand uit zichzelf

zei: dat lijkt Maria wel! Je staat er

verbaasd over wat dementerenden uit

zichzelf vertellen, als je ze de kans geeft

om op te roepen wat er diep van binnen

nog zit.’

suggestieve vragen

Herinneringen naar boven halen, hoeft

niet per se met beelden, het kan ook

met suggestieve vragen, in plaats van

onderzoeksvragen, zegt Prinsen. Meer

van deze tips geeft hij in zijn boek Je

houdt me toch wel vast dat onlangs bij

uitgeverij Filippus verscheen. Hij geeft

ook lezingen over het onderwerp,

waarin hij kerken aanmoedigt beleid te

maken voor het bezoeken van dementerenden.

Veel kerken bezoeken de dementerenden

al trouw, weet hij. Maar

als je het niet regelt, loop je het risico

dat er dementerenden vergeten worden.

‘Pas zei iemand nog tegen mij:

mijn vader heeft zijn hele leven voor de

kerk krom gelopen, maar nu hij dementerend

is, komt er niemand.’

Zo’n beleid kan worden samengevat op

een A4’tje, zegt Prinsen. ‘Je moet weten

hoeveel dementerenden er in de gemeente

zijn en mensen zoeken die bij

hen op bezoek willen. Dat moeten

mensen zijn die er gevoel voor hebben

en die zich willen laten trainen. Dan

spreek je af wie bij wie op bezoek gaat

en hoe vaak. Het is ook belangrijk dat er

verslag wordt uitgebracht naar de kerkenraad

en de gemeente, zodat bekend

is dat het gebeurt en er kaartjes worden

gestuurd naar mensen die in verpleeghuizen

wonen.’ Enige scholing over de

verschillende vormen van dementie is

nodig, zegt hij. ‘Een leidinggevende in

een verpleeghuis kan dat prima doen.

Dementerenden kunnen agressief en

onberekenbaar zijn. Het is belangrijk

om dat te weten en ermee te leren

omgaan.’

De partners van dementerenden mogen

ook niet vergeten worden, vindt Prinsen.

De thuiszorgorganisaties Agathos

en Curadomi bemoedigen en ondersteunen

de mantelzorgers al, weet hij.

Kerkelijke vrijwilligers kunnen ook helpen,

bijvoorbeeld door de dementerende

onder kerktijd gezelschap te houden,

zodat de partner naar de kerk kan gaan.

‘Mensen die licht dementeren kunnen

nog mee naar de kerk, maar als ze ongecontroleerd

gedrag gaan vertonen, blijven

ze thuis en de partner meestal ook.’

vierminutenpreek

Een kleine huisdienst organiseren bij

een dementerende thuis, is ook een

mogelijkheid. In het verpleeghuis hield

Prinsen diensten voor dementerenden.

Een preek voor dementerenden moet

kort zijn, niet langer dan vier minuten.

‘En zonder voorbeeld mag je niet preken,

want dan doe je dementerenden

onrecht aan: ze kunnen niet abstract

denken.’

Wie contact blijft onderhouden met

mensen die dementeren, krijgt veel

terug, is zijn ervaring.

‘Een dochter van een dementerende

vrouw zei eens tegen mij: dementie is

alleen maar wachten op de dood. Dat

ben ik niet met haar eens. Ieder mens is

waardevol voor God en in staat om iets

te geven. Benut de goede momenten.

Geniet van een stralende lach, van een

compliment, ook als dat impliciet is.

Een dochter zei over een bezoek aan

haar moeder: moeder zeurde alleen

maar en ze vroeg “hoe gaat het met

Truus?”, maar ik ben Truus. Je kunt

ook denken: wat fijn dat moeder nog

aan mij denkt.’